KYOTO, 29 OKTOBER 2019, 19.25 UUR

7 oktober 2023 - Kyoto, Japan

In een al veel te luxe wereld belanden we in een voor ons veel te luxe hotel.  Op een gepersonaliseerd beeldscherm –“Welcome to you, family Bosch!”- in onze hotelkamer worden we welkom geheten. Via de afstandsbediening navigeren we naar hotelinformatie; algemene verblijfinstructies; de gebruiksaanwijzing voor de wasmachine; toeristische tips in deze keizerlijke stad; de weersvoorspelling, en kledingvoorschriften voor het zwembad. Dit hotel lijkt wat boven onze stand, maar dat ervaar ik met bijna alles hier. Wat een boerenpummels zijn wij met z’n allen in Europa, dat wij deze zorgvuldige perfectie niet blijken te kunnen behalen!

Niets anders dan het hoognodige, hoef je met je handen aan te raken. Touchscreens op stations; automatische sloten via sensoren; de toiletbril in de trein gaat naar beneden door je vingerafdruk op een schermpje. Het overdragen van bacteriën wordt blijkbaar serieuzer opgevat dan in mijn dagelijkse omgeving, waar vaak om mij wordt gegniffeld als ik weer een handvat of toetsenbord poets. Het wordt dringend aangeraden een ontsmettende spray voor mijn handen te gebruiken bij het betreden van de hotels waar ik tot nu toe was. Een standaard die hoog is, zoals die voor alle opzichten geldt. Ook de verkeersdeelname; de beweging over straat, en de arbeidsethos staan in hoog vaandel. Al tegen zessen komen we langs winkels en kantoren waar personeel nog net zo gedreven en fanatiek -op hun knieën en gehurkt op kussentjes-  tegen de klok in werkt, als in de vroege uren op een drukke werkdag.

Op het station komen wij een volledige schoollading leerlingen tegen: met een soort matrozenpakjes als schoolkostuum; met kniesokken, en roesjes aan de zomen van hun rokken; met witte sneakers, en lintjes in hun haren, met hoedjes en petten bewegen ze zich als marionetjes door de publieke gangen. Perfect, echt perfect! Hier is alles mooier dan mooi; schoner dan schoon; beter dan goed. “Wat moet je nou in Japàn?” heb ik afgelopen tijd vaak gehoord uit monden van collega’s, vrienden, bekenden en familieleden. Als ik dít van tevoren had geweten, was ik hier misschien veel eerder al eens heen gereisd!

Per dag geven we amper geld uit. In de supermarkt kopen we alleen het nodige, en de maaltijden zijn erg goed, en goedkoop. Inclusief refills. Bij onze strooptochten naar oriëntaalse restaurants zijn we inmiddels bekend met de vaste tafel-attributen. Uiteraard is er altijd Kikkoman-saus aanwezig (die wij in Nederland kennen voor het dopen van de sushi) alsook gember; koude thee en sesamzaad. Tevens is de Aziatische tegenhanger voor het refill-apparaat -waar wij in Amerika eindeloze liters frisdrank uit tanken- aanwezig: je laadt je kommetje steeds opnieuw vol met verse rijst….. Het leven hoeft niet duur te zijn!

Met geld smijten doen vooral toeristen die niet verder kijken dan hun neus lang is. Je ziet het voor je ogen gebeuren. Het populaire “Mariokarten op straat” waarbij je je in een Disney-pak laat hijsen, en in een klein wagentje legaal over de wegen mag crossen, wordt bemand door mensen die vinden dat ze die ervaring in dit land moeten opdoen. Ze dokken grof geld voor hun ritje, en kijken vanuit hun karretjes vol branie naar het straatpubliek. Nog geen 100 meter nadat ik even heb staan kijken naar een groep lachende luitjes, stuiten we op een publieke piano die wordt bemand door een -nog niet eens volwassen- dame, die de sterren van de hemel speelt. Na luid applaus neemt een jochie van een jaar of tien de beurt van haar over. Zonder gêne glijden zijn vingers over de toetsen, als een soort Beethoven-himself. Met passie vult hij de stationshal met zijn muziek, en vult zich de omgeving met bewonderaars, en van verwondering rollen de tranen over mijn wangen. Wat een talent. Wat een kwaliteit. Wat een ervaring, deze cultuur!

Luxe hoeft niet duur te zijn.

Marjoleine