KYOTO, 31 OKTOBER 2019, 20.15 UUR

7 oktober 2023 - Harderwijk, Nederland

Met de zon op m’n bakkes en de wind in m’n haren fiets ik door keizerlijk Kyoto. Met liters water mee, en mijn zomerhemdje aan, cross ik over de wegen en straten van deze stad. Uiteraard fietsen we aan de linkerkant van de weg, want het verkeer rijdt hier in spiegelbeeld. Inmiddels léven we hier op straat; zoveel uren brengen we er door. Tijd tekort en alles moeten we zien. Op het fietspad naar mijn werkplek kan ik misschien eens een vriendelijk iemand tegenkomen, maar aan de andere kant van de wereld heb ik  ineens een complete buslading 8-jarigen om mijn vinger gewonden. Ze plakken zich met z’n allen tegen de ramen nadat ik terug blijk te zwaaien op hun eerste voorzichtige begroetingen, en honderden meters lang halen wij en zij elkaar steeds weer in. Veel kindertjes vragen deze dagen mijn aandacht, met hun schattige aankleding: elke schoolklas heeft z’n eigen kleur petje, in drommen zie ik ze lopen. De allerkleinsten worden in hand-geduwde karren verplaatst: met z'n tienen tegelijk staan ze in de crèche-kar. Kinderzitjes op fietsen zijn compleet overdekt met plastic cabines: inmiddels meen ik dat dat met de zware regenbuien in dit klimaat niet overdreven is.

Voor maar € 24 hebben we beiden voor de hele dag een degelijke tweewieler onder onze hoede. Mèt cijferslot. De fietsverhuurder blijkt een aardig woordje Engels te spreken. Hij wil ons wat basisbegrippen fietsen uitleggen, tot we ons weerwoord doen: in Nederland fietst iederéén. Direct schakelt hij over op wat algemeenheden die we voor lief nemen. Bij de eerste tempel die we willen bezoeken, blijkt zijn toelichting niet overbodig: we moeten gaan betalen voor het parkeren van onze fiets, en meneer agent zal je zéker bekeuren bij het foutief stallen van je rijwiel. Daar staan we dan…. In al onze wijsheid besluiten we verder te gaan voor de volgeplande route deze dag, in de hoop dat we bij een volgende tempel wel een verborgen hoekje of supermarktstalling gaan vinden die we illegaal kunnen gebruiken. Het wordt anders een prijzig dagje, met ál die tempels die we nog moeten gaan zien. Bij de Myoshinji-tempel -waar keizer Hanazono in 1337 zijn huis de bestemming gaf tot Zen-tempel- zien we theetuinen en mooie binnenplaatsen, en hangt de oudste klok van heel Japan. Er hangt een eerbiedige sfeer. Er lopen veel monniken; ééntje zelfs op Crocs. De Koryu-ji-tempel is in 622 opgericht door Koreaanse immigranten en ziet er schitterend uit: geregeld vraag ik me af hoe het kan dat die houten bouwwerken al zóveel ouder zijn dan de gemiddelde kerk in Europa, en er toch zo ontzettend onaangetast staan te schitteren. Inmiddels ben ik ook zo ver, dat ik direct het onderscheid maak tussen boeddhistische en shintoïstische kenmerken. De eerste groep betrekt hun leer vooral op de dood en eeuwigheid, terwijl de shintoïsten hun goden slechts aanroepen voor de zaken van het leven, zoals huwelijken en geboortes. Thuis heb ik veel uit het inlezen geleerd: hier zie ik het in praktijk.

Zo staan we aan de oevers van de Katsura-rivier te kijken naar de Togetsu-brug, die met z’n enorme lengte ook wel de “Brug naar de maan” wordt genoemd, als ik aan de hand van de taal ineens het onderscheid maak tussen de groep Chinezen die achter ons staat te converseren, en het Japans dat ik nu dagelijks hoor. Verhip: ook hun uiterlijk is anders! Ik snap het! Aan deze rivier worden gemuilkorfde aalscholvers gebruikt om vis te vangen: dat maakte eens grote indruk toen ik het zag in een programma dat mij veel over Japan wilde leren. Wat ik echter niet wist, is, dat hier ook apen leven: een waarschuwingsbord getuigt daarvan. Via een prachtige tuin en een brede kronkelweg betreed ik het wereldberoemde bamboe-bos Arashiyama, waar ik al jaren geleden van hoopte het ooit met eigen ogen te zien. Van de ene verrassing loop ik in de andere….

….en dan de Otagi-nenbutsu-ji-tempel: honderden dik bemoste hoofden  bemannen het gebied rond deze boeddhistische plek. Twee weken vóór vertrek had ik die nog even per toeval ontdekt, en wijzigden we de route die voor deze dag was vastgesteld. Nu voelden we de steile heuvels die aanspraak maakten op onze benen, na al zoveel kilometers fietsen: het kostte heel wat inspanning om er te komen. Gááf was het! Dat heuvelopwaarts klimmen werd vergoed door het afdalen via de rijstvelden en wijde landschappen; via  de jong-groene bamboe-bermen en het Hirosawanoike-meer dat we passeerden. Wat een pláátjes! Na de Nanzen-ji-tempel -met z’n 36 meter hoge pagode uit 1644- stond ik ineens verbijsterd de Kinkakuji-tempel te bewonderen. Van bladgoud opgetrokken in een vijver met omheinende bemoste wouden…. Ik heb zó genoten van deze dag!

Met inmiddels de afstand van een complete marathon in de benen, en -heel slim opgelost- geen enkel parkeergeld voor onze fietsen, lig ik op bed na een douche met de allerlekkerste hotelzeep die ik ooit heb geroken. In mijn herinnering de vele mensen langs de route, die lachten en zwaaiden; de Kurashiki-mannen met hun sterke lijven; de vele toeristen; de  onvoorstelbare gebouwen; en de vergezichten die ik mocht hebben over deze eeuwenoude stad. Na een goede maaltijd in -alweer- een Gyudon restaurant waar men geen ènkel woord Engels sprak, en wij slechts gebaarden, en van de kaart aanwezen, kan ik tevreden terugdenken aan deze geweldige dag. Doe mij nòg maar een portie Kyoto!

Marjoleine