HAKONE-MACHI, 28 OKTOBER 2019, 16.30

7 oktober 2023 - Hakone, Japan

Waar water en bos elkaar raken, krijg je ideale uitzichten en kleurencombinaties. Ooit verhuisden wij naar het idyllisch gelegen Harderwijk, waar je je kunt ontspannen aan het Veluwemeer of in het bos.  Veel fototechnisch inzicht hoef je niet te hebben, om geniale plaatjes te schieten. Terwijl elk los onderdeel op zich al z’n charmes heeft. Hier, aan de andere kant van de wereld, wandelen wij met z’n tweetjes zelfstandig tussen allerlei reisgezelschappen, genietend van diezelfde natuurcombinaties als thuis. Het is echter duidelijk dat de entourage toch wat opzienbarender is dan op onze thuislocatie.

Een paar keer moest ik wel in mijn ogen wrijven, vanmorgen toen ik wakker werd. Bij het openen van de gordijnen bleek dat magnifieke uitzicht van gisteravond nog net zo aanwezig. Het zonlicht viel anders, en vulkaan Fuji straalde van de weerkaatsing van dat licht op z’n eeuwige sneeuw. Gewoon jammer om je ogen los te moeten laten van dit vergezicht. Waar je plannen maakt om de dagen mee te vullen, zul je toch je rugzakje weer om moeten doen en de schoenen aantrekken. Bovendien moesten we ergens ontbijten, want ditmaal hebben we geen ontbijt in dit chique hotel geboekt. Kostte erg veel, en een supermarkt of bakker voorziet ook, voor hongerige magen. Bovendien bestaan in dit land niet alleen gekoelde bieren en frisdranken, maar ook automaten voor hete dranken. Koffie uit een flesje is net zo warm als bij het ontbijtbuffet. Zo bood de supermarkt ons kans, om ook een krabragout-kroket en een rundvleesloempia te genieten. Wanneer maak je dat nou mee?

Het piratenschip “Queen Ashinoko” waar we vervolgens aan boord gaan, is een hele ervaring op zich. Helder groenblauw water in het vulkanische meer van 20 kilometer lengte en 43 meter diepte, glijdt onder ons schip weg, terwijl ik sta te kijken naar de herfstkleuren op de bergen om ons heen. Met heroïsche muziek wordt onze boottocht opgeluisterd: het voelt alsof ik me in de laatste uren op de Titanic begeef, waar volgens de overlevering prachtige muziek de mensen begeleidde tijdens het sterven. Kop op: sterven ben ik nog lang niet van plan, en de omstandigheden zijn ook wel wat anders dan aan boord van het destijds vergane schip. De zon brandt op mijn huid, en op dit schip biedt de wifi me de kans om -heel gemeen- jaloezie wekkende appjes naar mijn collega’s te sturen. Ik wil ze alleen maar even een goede werkdag wensen, terwijl ik hier sta te genieten. Sorry.

Het personeel hier in Japan heeft over het algemeen ook heel veel collega’s. Wàt een werkvoorziening in dit optimaal georganiseerde land. Alsof ik zelf geen hersenen heb, word ik door de kleine tengere spleet-oog-mensen begeleid bij elke stap die ik doe. Met passie worden mijn bewegingen begeleid door strategisch opgestelde mannen en vrouwen, die me vriendelijk edoch dwingend sommeren waar ik mijn voeten plaats. Met hun zangerige klanken spreken ze een taal waarvan ik inmiddels wel ongeveer weet wat ze zeggen, en die ik fonetisch kan imiteren. In strakke kostuums, en met petten en handschoenen, voeren ze hun werkplicht gedisciplineerd uit. Geef het geld dat je betaalt niet in handen van de ontvangende partij: die wijst je een bakje waarin je je munten neer kunt leggen, dat blijft liggen tot het wisselgeld is aangereikt. Haal ontelbare keren je toegangskaartje tevoorschijn, want in de overdadig bewegwijzerde overstapstations zal de beveiliger je even zo vaak controleren op de legaliteit van jouw verblijf aldaar. Neem het gratis aangereikte verfrissingsdoekje maar aan, want het wordt niet gewaardeerd als je afslaat wat een ander je gunt. Waag het niet om een stap te zetten op de meter die niet als voetpad is bestemd: de verkeersregelaar zal je dwingen om je op veiliger terrein te begeven. Er komt niet eens een weerwoord in me op, zo vriendelijk als dat gebeurt. Enige jammere van de verkeersregelaar die ik al even stond te observeren om zijn gedrag was, dat hij steeds keurig uit mijn beeld stapte terwijl ik een foto maakte, waarmee hij mij de ruimte gunde voor het uitzicht zónder hem, terwijl ik uiteraard juist een foto vàn hem wilde maken. Zorgvuldigheid ten top in dit land van de perfectie.

Toch hebben ze hier niet àlles onder controle. Via een kabelbaan reizend naar Owakudani, bleek het niet mogelijk om daar naar buiten te komen. Afgesloten voor publiek wegens overdadige vulkanische activiteit. Het spóót ook uit de bergbodem, die dampen met naar-eieren-stinkende walm. Uit groene zwavelgronden stoomden grote wolken gas onder mijn aanwezigheid. Op tientallen meters hoogte dreef ik over afgronden, en overwon daarmee mijn hoogtevrees: kom op zeg, ik zal eens zoiets unieks missen omdat ik zo nodig bang zou moeten zijn: daar laat ik me niet door weerhouden!

Ook laat ik me niet weerhouden om met toeristen om ons heen af en toe een praatje aan te knopen. Communiceren met Japanners is helaas alleen mogelijk met gebaren en lichaamstaal. De kwaliteit van hun Engels is abominabel, àls men überhaupt al een woordje internationaal spreekt. Zo spreek ik nu dan maar wat meer met inwoners uit allerlei werelddelen, vragend naar hun thuisland, of naar de motivatie van hun bezoek aan dit oord. In het dorp Gora word ik ineens aangesproken door een Japanner die me vraagt of ik Nederlands ben: hij had acht maanden in de haven van Amsterdam gewerkt en herkende zodoende onze klank. Ineens stond ik foto’s op zijn smartphone te bekijken, van Kinderdijk, en de Hollandse grachten, en een tafeltje in het restaurant waar hij trots met zijn zoon uit eten was. Grappige ervaring op een locatie waar ik juist onder de indruk ben van de houten huisjes, de bamboe die overal groeit, en het viskroketje van slechts 80 yen (€ 0,70) dat ik scoor. Verschil moet er wezen, op deze aardbol…..

Je moet de grenzen over, om andere culturen te leren kennen; om rijke ervaringen op te doen; en je kennis te verbreden. Zo worden je eigen grenzen verlegd, en verken je gebieden die daarachter liggen. Letterlijk bevind ik me op dit moment aan de grens van de oude Tokaïdo-handelsroute van Edo (het voormalige Tokyo) naar de keizerlijke hoofdstad Kyoto. De route werd gebruikt door monniken, handelaars en samoerai. De oude houten handelspost zagen we liggen, aan een met grote hekken afgebakend terrein. Waarschijnlijk waren de Japanners in die jaren nog wat strenger dan ze zich tegenwoordig kunnen veroorloven. Het schijnt, dat ze na de Tweede Wereldoorlog in allerlei opzichten hun plek in internationaal opzicht bescheidener zijn gaan innemen, nadat ze in hun vroegere status genadelozer, harder en gedrevener zijn geweest.  Spijt over hun optreden in de harde jaren van oorlog motiveert hen tot milder gedrag.

Naar mij hoeven ze geen spijt te hebben, in welk opzicht dan ook. En spijt, dat ik hier heen ben gereisd, heb ik al helemáál niet!

Marjoleine